Het opleidingsniveau van erkende koeltechnici is over het algemeen hoog. Ze hebben - als het goed is - examen gedaan voor het persoonscertificaat (BRL 200) en er zijn verplichte audits geweest van de certificerende instelling om in aanmerking te komen voor de bedrijfscertificering (BRL100). Toch maken monteurs fouten, bewust of onbewust. Michel van Bronkhorst van opleidingscentrum GO° sprak met installateurs en fabrikanten en stelde een top 10 samen. In willekeurige volgorde gaat het om de volgende punten:
1: Onwetendheid over het warenwetbesluit drukapparatuur.
De wet stelt afpersing verplicht bij een druk van meer dan 0,5 bar. Daar komt een koelsysteem royaal boven, dus moet het leidingsysteem worden afgeperst op 1,1 keer de maximale werkdruk. Voor een systeem met R410A of R32 is de maximale werkdruk bijvoorbeeld 42 bar. Dat betekent een afpersdruk van minimaal 46 bar. Van Bronkhorst: “Die druk moet je halen om een installatie veilig over te dragen aan de gebruiker. In de praktijk is de afpersdruk te laag of wordt er helemaal niet afgeperst. Het betreft echter een wet, dus je begaat dan een misdrijf. We gaan naar gevaarlijke koudemiddelen toe, zoals propaan. Daarmee vergroot je het risico. Het is dus belangrijk dat je de regeltjes kent.”
2: Weinig kennis van brandbare koudemiddelen
R32, een veelgebruikte koudemiddel in airco's, is brandbaar. Het natuurlijke koudemiddel propaan (R290) is zelfs explosief. Monteurs zijn zich niet altijd bewust van de gevaren van deze koudemiddelen, zegt Van Bronkhorst. Nu deze koudemiddelen sterk in opkomst zijn, brengt dat risico’s met zich mee. “We maken een transitie van koudemiddelen die niet brandbaar zijn, naar koudemiddelen waar een risico aan vast zit. Die moeten we wel onder de mensen brengen.”
3: Het logboek ontbreekt
Voor installaties met een CO₂-equivalent van meer dan 5.000 geldt een logboekplicht. De ondergrens komt al snel in beeld. Bij een airco met R410A is een logboek verplicht als de inhoud boven de 3 kg komt. Voor R32 ligt de limiet op 7,4 kg. Een multisplitsysteem kan daar al overheen komen. Dus mag een logboek niet ontbreken. “Het staat in de BRL 100 en 200.” Bij een kleinere koudemiddelinhoud is een logboek niet verplicht, maar het mag uiteraard wel.
4: Airco-unit heeft te weinig of juist te veel capaciteit
Volgens fabrikanten en importeurs wordt er te weinig aan de capaciteit gerekend. Het gevolg is een airco met te veel of juist te weinig vermogen, wat bijvoorbeeld kan leiden tot een te hoge capaciteit in de slaapkamer en een te lage voor de woonkamer. Dat heeft gevolgen voor de duurzaamheid, stelt Van Bronkhorst, want met verwarmen via de airco bespaart een bewoner aardgas. “Als je in de woonkamer een te kleine installatie hebt, ben je veel sneller afhankelijk van de cv-ketel om de woning op temperatuur te houden. Met een goed gedimensioneerde installatie kun je de woning veel langer op temperatuur houden. In de zomer moet een airco-installatie op volle bak draaien. Dan mis je de boot aan twee kanten.”
5: Hardsolderen zonder stikstofflow door de leiding
Tijdens het examen voor het F-gassencertificaat doet iedereen het: stikstof door de koppeling laten lopen. Stikstof verdrijft de zuurstof in de leiding. Daarmee voorkom je tijdens hardsolderen oxidatie aan de binnenkant van de koppeling en leiding. Bij oxidatie ontstaat een viezige aanslag. “Bij singlesplit heeft dat niet zo heel veel effect, maar bij multisplit gaat de vervuiling aan de binnenkant van de leiding in de olie zitten. Dat brengt op de langere termijn schade toe aan elektronische ventielen.”
6: Te lange of te korte koelleidingen
Dit probleem komt voor bij voorgevulde systemen waarbij de inhoud is afgestemd op een bepaalde leidinglengte. De fabrikant geeft daarbij de minimale en maximale leidinglengte op, en daar houdt niet iedereen zich aan, vertelt Van Bronkhorst. “Bij korte leidingen kan een installatie overvuld raken. Bij lange leidingen is er een tekort aan koudemiddel. In beide gevallen is een hoger energiegebruik het gevolg. Op de juiste manier vullen is belangrijk om het rendement te waarborgen.” Installateurs zijn creatief om toch de minimale leidinglengte te halen. Van Bronkhorst ziet creatieve werkstukjes bij de buitenunit (zie foto hiernaast). Bij te weinig leidinglengte is de oplossing om koudemiddel eruit te halen, “maar lees de voorschriften aandachtig door.” Door stelselmatig een systeem te meten (zie ook punt 10) is direct duidelijk of de split-airco of -warmtepomp met voldoende koudemiddel is gevuld. Van Bronkhorst. “Koudemiddeltekort geeft een te grote oververhitting. Het is een meting waar je maar een minuut of twee mee bezig bent. Je hoeft er geen manometer aan te hangen, alleen een temperatuurmeting te verrichten.”
7: Koppelingen keihard aangedraaid
Dit is een bekend probleem in de installatie-techniek. Installateurs hebben de neiging om stek- en flarekoppelingen met enorme kracht vast te draaien. Ze zitten vervolgens muurvast, met een grote belasting tot gevolg. “Als je gaat koelen en verwarmen ontstaat een groot temperatuurverschil. De koppelingen zijn echter zo hard aangedraaid dat uitzetten niet meer mogelijk is. Na verloop van tijd kan een koppeling het begeven.” Een voorbeeld ter illustratie: als je met twee bahco’s of steeksleutels draait, ga je zo naar 350 NM kracht. Kleinere koppelingen hoeven maar met een kracht van 30 NM te worden aangedraaid. “In de ogen van monteurs zijn de koppelingen vervolgens de boosdoeners als zich een lekkage voordoet”. Met een momentsleutel is nauwkeurig de aandraaikracht in te stellen. Het keihard aandraaien gebeurt niet alleen bij koppelingen in koudeleidingen, maar ook bij bijvoorbeeld afdichtingen in cv-ketels, waar bij te grote mechanische belasting pakkingen kapot worden gedrukt. Nefit plaatst in onderhoudsinstructies symbooltjes van spierballen met een groot kruis er doorheen.
8: Onvoldoende waterflow bij warmtepompen
Dit probleem doet zich voor bij warmtepompen die zijn aangesloten op een kunststof distributiesysteem waarbij in de perskoppeling de diameter vernauwt. “Dat kan resulteren in zoveel weerstand dat je de minimale flow niet kunt halen.” De watertemperatuur loopt dan te hoog op en de warmtepomp haalt z’n capaciteit niet. Hij kan zelfs in storing springen. Tip van Van Bronkhorst: “Ga bij de leverancier na wat de inwendige diameter van de koppeling is.” Overigens is niet bij alle perssystemen de inwendige diameter van de koppeling kleiner dan de leidingdiameter.
9:Koelleiding zonder bescherming in grond of beton gestort
Het komt nog steeds voor dat voorgeïsoleerde koelleidingen in de ondergrond of in beton verdwijnen. “Dat gaat een tijdje goed, maar de standaardisolatie van koelleidingen is niet goed genoeg om de inwerking van beton buiten te houden. Breng daarom een goede beschermmantel aan.” Dat kan een pvc-buis zijn waarin de voorgeïsoleerde koelleidingen komen te liggen. Een nog betere oplossing is om de dunne koelleiding door cv-leidingen van een terreinbuis te duwen. Deze geïsoleerde grondbuizen van bijvoorbeeld Thermaflex, Calpex of Microflex bieden voldoende bescherming tegen weersinvloeden en zijn prima geïsoleerd.
10:Uitleg en meetrapporten ontbreken
Bewoners of gebouweigenaren krijgen geen of weinig uitleg, en meetrapporten ontbreken. “Licht mensen goed voor over hoe ze met een installatie moeten omgaan.” Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat eindgebruikers weten dat de ideale koeltemperatuur zo’n 7 graden lager is dan de buitentemperatuur en dat het ongezond is om tot 16 °C te koelen. Ook adviseert Van Bronkhorst monteurs om meetrapporten te maken. Installatiefouten vallen dan meteen op. Hij hoort vaak van koelmonteurs dat aan een airco niks te meten valt, maar is het daar niet mee eens. “Bij airconditioning heb je eigenlijk een gebrek aan meetpunten, maar dat wil niet zeggen dat je niks kunt meten. Ook bij een splitunit kun je de luchttemperatuur uit het binnendeel meten, en het stroomverbruik in ampères. Als je tien metingen hebt gedaan die allemaal overeenkomen en bij toestel elf zijn de meetwaardes compleet anders, dan weet je dat het gevolgen heeft voor het rendement. We gaan er maar vanuit dat een split uit de doos afgevuld is, maar door transport kan koudemiddel verloren zijn gegaan.” Bij een bodemwarmtepomp kan een koelmonteur gemakkelijk de temperaturen aan de in- en uitgaande kant van de platenwisselaar meten. “Je hoeft geen ingewikkelde metingen verrichten, maar zo word je wel een echte productspecialist.”