Installatiebedrijven worden gebombardeerd met vragen over warmtepompen, en dan vooral hybrides. Huizenbezitters zijn sinds de aardgasprijs is geëxplodeerd op zoek naar mogelijkheden om gas te besparen. De hybride warmtepomp wordt volop geadviseerd door de overheid en bijvoorbeeld de Consumentenbond en Vereniging Eigen Huis. Daarom kloppen veel huizenbezitters bij hun vaste ketelonderhoudsmonteur aan voor een adviesgesprek. Maar wat als je nog nooit een warmtepomp hebt geplaatst? We geven een aantal tips.
Adviesgesprek en werkopname
Na het allereerste contact is een adviesgesprek c.q. werkopname de volgende stap. Het adviesgesprek is goed te combineren met een werkopname. Meestal heeft de eindgebruiker al besloten om over te stappen op de hybride warmtepomp. Soms is er twijfel tussen all-electric en hybride. Zeker voor onervaren installateurs is de plaatsing van een all-electric warmtepomp niet zonder risico’s. Belangrijk bij all-electric is dat in de hele woning vloerverwarming of een ander LT-afgiftesysteem is geïnstalleerd. Verder moet het afgiftevermogen van de warmtepomp het warmteverlies van de woning volledig dekken. Probeer bij twijfel op een hybride systeem te koersen. Zo’n systeem luistert minder nauw, de gasketel blijft paraat.
Plaats van de buitenunit
De plaats waar de lucht/water-warmtepomp komt, is het belangrijkste onderdeel van een werkopname. Plaats hem - in het geval van een hybride systeem - liefst zo dicht mogelijk bij de cv-ketel. Op zolder is de dichtstbijzijnde dakkapel een optie, en anders het platte dak van de garage. Meestal kan het dak het extra gewicht van een hybride warmtepomp van 5 kW prima weerstaan. Plaats de warmtepomp liefst niet in de nok van de zijgevel, wat klanten graag zien en bij split-airco’s niet ongebruikelijk is. Het is een lastige plek voor onderhoud en reparatie. Bij een watervoerende warmtepomp komen storingen vaker voor dan bij een split-airco, en steeds met een lange ladder of gehuurde hoogwerker de unit bezoeken om een lekke ontluchter of kapotte pomp te vervangen, is verre van ideaal. Als de cv-ketel in de bijkeuken staat, is dat een voordeel. Hier kun je de buitenunit vaak vlakbij in de tuin plaatsen, goed bereikbaar voor storingen. Bovendien is het leidingtracé dan kort.
Zo kort mogelijk leidingwerk
Het is wenselijk om de leidingen tussen de cv-ketel en buitenunit zo kort mogelijk te houden. Niet alleen vanwege het warmteverlies, maar ook vanwege drukverliezen. Als de leiding langer dan tien tot vijftien meter wordt, is de circulatiepomp niet meer in staat om het water door de woning te pompen. In dat geval moet er een buffer aan de installatie worden toegevoegd en zorgt een externe pomp voor circulatie door de woning. Dat maakt een hybride installatie alleen maar ingewikkeld. Korte leidingen hebben dus de voorkeur. Dat betekent soms wel dat er een dikke leidingkoker langs de gevel loopt. Gelukkig zijn die niet alleen in wit verkrijgbaar, maar ook in de kleuren van bakstenen.
Geluid beperken
Het geluid van een hybride warmtepomp is wat minder kritisch, omdat situaties waarbij de warmtepomp de meeste herrie maakt, niet voorkomen. Bij de productie van warm tapwater en bij strenge vorst toert de ventilator van een all-electric warmtepomp op tot turbokracht en perst de zwaar draaiende compressor het gas onder hoge druk de condensor in. Bij een hybride warmtepomp blijft de cv-ketel het warme water maken en bij strenge vorst wordt eveneens overgeschakeld naar de cv-ketel. Toch geldt de geluideis van 45 dB op de perceelgrens (na 19:00 uur maximaal 40 dB) even goed voor hybride systemen. Een geluiddempende omkasting is vaak alleen bij plaatsing op de perceelgrens, vlakbij een slaapkamerraam noodzakelijk.
Ruimte bij de ketel
Bij de ketel vindt de koppeling van de warmtepomp met de huisinstallatie plaats. Dat gebeurt meestal met een kleine open verdeler. Alleen Daikin en Fujitsu/Atlantic adviseren de warmtepomp met T-stukken te koppelen. De open verdeler is in de binnenunit geplaatst, waar soms ook de regeling in is verwerkt. Meestal ontbreekt een grotere binnenunit en is de open verdeler een klein kastje zonder elektronica en met zes aansluitingen. De eerste twee zijn voor de buitenunit, op twee wordt de cv-ketel aangesloten en dan zijn er nog twee voor de aanvoer en retour naar de woning. Het wordt wel even flink buigen en met bochten werken om alles in de meestal krappe ruimte onder of naast de ketel aangesloten te krijgen.
Thermostaat/buffervat
Bij de meeste hybride warmtepompen wordt een eigen thermostaat geleverd die de bestaande kamerthermostaat vervangt. Soms gebruik je de thermostaat om instellingen aan de warmtepomp te veranderen, maar meestal zit er een aparte kastje bij of is de bediening op de binnenunit gemonteerd. Bij woningen met een naregeling op de vloerverwarming of thermostaatkranen op de radiatoren is er een aandachtspuntje. De groepen kunnen bijna allemaal dichtdraaien, waardoor de flow (grotendeels) wegvalt. Dat is funest voor de warmtepomp. Die moet een minimumstroming over de warmtewisselaar met het koudemiddel hebben. Dat garandeer je met een bypass en buffervat in serie met de retour. Een buffervat van 20 liter is voldoende bij een warmtepomp van 4 kW.
Warmtepomp zonder buitenunit
Rond het huis is er niet altijd voldoende ruimte voor een buitenunit. In dat geval is een hybride warmtepomp voor binnenopstelling te overwegen, zoals bijvoorbeeld Vincent van Itho Daalderop. Of een ventilatiewarmtepomp, die weliswaar minder aardgas bespaart, maar goedkoper is in aanschaf en installatie. Wie nog niet helemaal klaar is voor een hybride warmtepomp, kan klein beginnen met een ventilatiewarmtepomp of iets grotere (ventilatie)warmtepompboiler. Daarmee wordt het tapwater middels een kleine warmtepomp verwarmd. Bij grotere warmtepompboilers staat de ketel zelfs buitenspel voor tapwaterbereiding. Als er weer meer gespaard is of de woning extra is geïsoleerd, kunnen bewoners een hybride warmtepomp of all-electric warmtepomp aanschaffen. Dat wordt dan een eenvoudigere warmtepomp die geen warm tapwater hoeft te maken.
Aansluiting op het stroomnet
Het laatste aandachtspunt is de stroomaansluiting. Die hoeft niet uit een aparte kabel naar een nieuwe eindgroep in de meterkast te bestaan. Het gaat hier maar om een kleine warmtepomp en het opgenomen elektrisch vermogen is beperkt. In principe mag het toestel met een stekker worden aangesloten op een stopcontact. Dat is echter geen mooie verbinding. Beter is het om een vaste verbinding te maken met een werkschakelaar buiten bij de warmtepomp. Het toestel binnen aansluiten met een werkschakelaar is niet toegestaan; dat zou het onmogelijk maken om veilig te werken bij onderhoud aan de buitenunit.
Opstellen van de offerte
Het is verstandig om direct na een werkopname de offertecomputer op te starten. Vaak komen bij de eindgebruiker meerdere installateurs langs en trage installateurs snijd je nu de pas af. Een marge van 20 procent over de componenten en warmtepomp is gangbaar, net als het royaal rekenen van uren. De eerste montage van een hybride warmtepomp duurt met twee man vaak twee dagen. Houd er ook rekening mee dat je nog een keer - of wellicht vaker - terug moet komen voor uitleg en probleemoplossing. Het subsidiebedrag, de link naar de aanvraagpagina bij RVO en de meldcode maken de offerte compleet. Vergeet niet te vermelden dat toekomstige prijsstijgingen worden doorberekend, en de geldigheidsduur van de offerte. Het meest lastige aan de adviesgesprekken is het noemen van een installatiedatum. Door een levertijd van acht tot twaalf maanden te melden, zit je momenteel redelijk veilig.
En nu … afwachten maar
Als je het niet al te gek maakt, is de kans groot dat de offerte wordt geaccepteerd. Blijf informeren naar de levertijd bij de groothandel en geef die door aan de klant. Die waardeert het enorm als er tijdens de lange wachttijd een teken van leven komt. De tussenliggende periode kan worden gebruikt om de werkzaamheden voor te bereiden en extra materialen te bestellen. Ook kun je tijdig regelen dat een hoogwerker of lift wordt gehuurd waarmee je de unit op het dak kunt krijgen. Verder kun je indien nodig (bij een splitsysteem gevuld met een HFK-koudemiddel) een F- gassenmonteur benaderen, en/of regelen dat de leverancier zelf de inbedrijfstelling uitvoert. Het is verstandig om een training bij de fabrikant te volgen; sommige fabrikanten stellen dit zelfs als eis.
Kies voor één merk
Waak ervoor om verschillende merken te gaan installeren. Het is verleidelijk om mee te gaan in de wens van een klant dat een warmtepomp van merk X wordt geplaatst omdat die goed scoorde in een test, terwijl je zelf dealer bent van merk Y. Een warmtepomp is een stuk ingewikkelder – ook qua bediening en reparatie – dan een gasketel. Door je op één merk te focussen, heb je vlotter de menustructuur met tientallen instellingen onder de knie. Bovendien heb je sneller door wat de meest voorkomende storingen zijn en hoe je ze moet verhelpen. Installatie van drie verschillende warmtepompmerken en onderhoud van de toestellen van tien verschillende fabrikanten, zoals bij cv-ketels gebruikelijk is, is voor een gemiddeld installatiebedrijf niet te doen.
Helpdesk is vaak ondermaats
Bij dat laatste speelt ook de ondermaatse helpdesk van fabrikanten en importeurs een rol. Ketelfabrikanten hebben meestal ervaren servicemonteurs of techneuten op de helpdesk, die alles weten over cv-ketels. De helpdesk van warmtepompleveranciers staat nog in de kinderschoenen, ook bij bekende aircoleveranciers die nu warmtepompen verkopen. Het is tenenkrommend om te ervaren dat ze soms gewoon de installatiehandleiding voorlezen, iets dat je zelf natuurlijk allang hebt gedaan. Of ze luisteren helemaal niet naar je melding. Soms helpt het om op te hangen en nog een keer te bellen, in de hoop dat je iemand met meer kennis treft. Dit is nog een extra reden om je echt op één merk - en liefst één toestelserie - te focussen.