In het Heat Pump Application Center, gevestigd in Delft, worden warmtepompen in klimaatkamers blootgesteld aan realistische weersomstandigheden. Tegelijkertijd hebben ze interactie met een virtueel gebouw en de computergemodelleerde installaties daarin. De onderzoekers koppelen op die manier woning, afgiftesysteem en gebruikersgedrag aan elkaar om in een paar testdagen een volledig stookseizoen te simuleren. Op basis van de resultaten wil TNO onder andere meer inzicht krijgen in de prestaties van warmtepompen in uiteenlopende typen woningen, en in manieren om warmtepompen snel en efficiënt te kunnen plaatsen en inregelen. Samen met de markt werkt TNO daarmee aan het wegnemen van drempels voor het opschalen van het aantal duurzame installaties in Nederland.
'Installatie als systeem'
In het testcentrum is behalve over warmtepompen veel kennis aanwezig over de Nederlandse woningvoorraad en wat de invloed van het woningtype is op een (hybride) warmtepompsysteem. Volgens TNO is het belangrijk om naar de installatie als systeem te kijken, en niet alleen naar de warmteopwekker. “Om energieprestaties aan te tonen, testen fabrikanten voornamelijk onder constante omstandigheden en volgens vaste protocollen”, stelt een woordvoerder. “Wij willen weten wat er gebeurt na de lab-ontwikkeling, achter de voordeuren van gebruikers, omdat we daar flinke verschillen in efficiency en wooncomfort zien.”