De vier indicatoren worden berekend volgens de NTA 8800 (Bepalingsmethode energieprestatie gebouwen). Drie ervan zijn energie-indicatoren en gebaseerd op de trias energetica. Volgens dat principe moet bij het ontwerpen van een woning of gebouw eerst de energiebehoefte worden beperkt. Vervolgens moet worden gekeken hoe zoveel mogelijk van de energiebehoefte duurzaam kan worden ingevuld. Het restant van de benodigde energie moet in de volgende stap zo efficiënt mogelijk worden opgewekt. De eisen zijn verschillend per categorie, bijvoorbeeld de categorie woningbouw en utiliteit.
EP1: Warmte- en koudebehoefte
De energieprestatie-indicator 1 (EP1) is een maat voor de warmte- en koudebehoefte van een woning of utiliteitsgebouw. Een warmtepomp heeft geen directe invloed op de energiebehoefte. Het is natuurlijk wel belangrijk om de warmte- en koudebehoefte laag te houden, zodat een warmtepomp makkelijker kan worden toegepast.
EP2: Primair energiegebruik
De EP2 is een maat voor het primaire energiegebruik: hoeveel fossiele energie is er nodig voor het gebouw? Een warmtepomp kan een rol spelen om de EP2 zo laag mogelijk te houden en te kunnen voldoen aan de gestelde eis. Met behulp van een warmtepomp kan warmte efficiënt worden opgewekt. Als de warmte met een ketel wordt opgewekt is voor een kWh warmte ongeveer 1 kWh primaire energie nodig. Bij een lucht/lucht-warmtepomp met een COP van 2,8 (forfaitaire rekenwaarde in de NTA 8800) is voor een kWh warmte 0,36 kWh elektriciteit nodig. Voor de productie van de elektriciteit is dan 1.45 *0.36 = 0.517 kWh primaire energie nodig. De warmtepomp is daarmee een zeer efficiënte oplossing om de EP2 zo laag mogelijk te houden. De EP2 omvat meer dan alleen de benodigde energie voor ruimteverwarming. Ook de energie benodigd voor tapwaterbereiding, ventilatoren en hulpenergie maken er onderdeel van uit.
EP3: Duurzame invulling energievraag
De EP3 geeft aan welk percentage van de energievraag duurzaam ingevuld wordt. Hierbij wordt in eerste instantie altijd gedacht aan pv-panelen en zonnecollectoren. Maar warmte onttrokken aan de buitenlucht of bodem wordt ook gewaardeerd als duurzame energie. Ook hierbij is de warmtepomp een efficiënte oplossing. Zeker als de toepassing van pv niet of zeer beperkt mogelijk is, zoals bij een appartementencomplex. Door de EP2 zo laag mogelijk te houden, kan ook makkelijker worden voldaan aan de EP3. De EP2 is bovendien maatgevend voor het energielabel. Een lage EP2-score resulteert in een beter label.
EP4: Oververhitting-indicator
Als vierde indicator blijft nog de TO-juli over. Deze indicator is een maat voor de kans op oververhitting. Als de TO-juli te hoog is, zullen aanvullende maatregelen moeten worden genomen om de indicatorwaarde te verlagen en aan de eisen voor een omgevingsvergunning te voldoen. De aanvullende maatregelen kunnen bestaan uit het toepassen van zonwering, zomernachtventilatie of koeling. Voor de koeling is een warmtepomp prima inzetbaar.
Nederlandse Technische Afspraak
De bepaling van de vier indicatoren is vastgelegd in de NTA 8800. De NTA 8800 beslaat meer dan duizend pagina’s, waarin met veel formules afkomstig uit Europese normen is vastgelegd hoe je de BENG-indicatoren en TO-juli moet bepalen. De bepaling kan worden gedaan met energieprestatiesoftware, zoals EPA-W en EPA-U van Vabi Software (zie afbeelding hieronder).
Benodigde energie
De berekening van de benodigde energie voor verwarmen met behulp van een warmtepomp is iets ingewikkelder dan het hierboven weergegeven simpel delen van de warmtebehoefte door de COP. De meeste op de markt verkrijgbare warmtepompen hebben ook een betere COP dan de eerder in dit artikel genoemde gemiddelde rekenwaarde van 2,8. In de NTA 8800 wordt de warmtebehoefte voor verwarmen maandelijks bepaald. Afhankelijk van de brontemperatuur en de aanvoertemperaturen wordt voor iedere maand een COP bepaald, waarmee maandelijks het energiegebruik kan worden berekend.
Rekenen met forfaitaire waarde
Als er geen kwaliteitsverklaring beschikbaar is, wordt er gerekend met forfaitaire (gemiddelde) waarden. Als er wel een kwaliteitsverklaring beschikbaar is, kan met de data uit de verklaring gerekend worden. Om het de ontwerpers makkelijk te maken, kan vanuit de software de data van de desbetreffende kwaliteitsverklaring automatisch worden ingelezen vanuit een databank van de BCRG. Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheid is het instituut voor het publiceren van alle gecontroleerde kwaliteitsverklaringen.
Voldoende koelcapaciteit
Als je de warmtepomp wilt inzetten voor koeling om aan de TO-juli te voldoen, zal nog moeten worden aangetoond dat hij inderdaad voldoende capaciteit heeft. Dit kan eventueel worden aangetoond met een gebouwsimulatie of koellastberekening.
Concluderend kan een warmtepomp op drie plaatsen binnen de NTA 8800 worden ingezet om te voldoen aan de eisen van de omgevingsvergunning:
- Efficiënte opwekking van warmte om de EP2 zo laag mogelijk te houden.
- Invulling van de duurzaamheidseis door onttrekking van warmte uit de bodem of buitenlucht.
- Inzet van een warmtepomp voor koeling om te voldoen aan de TO-juli eis.